CDA houdt wetgeving landbouwverkeer tegen


Leuk dat het CDA voor haar verkiezingscampagne twee weken op een tandem door Fryslân fietst, met daarop de nummer 3 van de lijst Sander de Rouwe uit Bolsward en nummer  21 Harry van der Molen uit Leeuwarden. Welke partij heeft het woord duurzaamheid niet voor in de mond en waarmee kan je dat beter afficheren dan met een fiets? Om dat nog duidelijker te maken gebruiken ze voor hun tijdelijke twitteraccount zelfs een pleonasme @grienefyts. De Fietsersbond is  vooral geïnteresseerd in het fietsbeleid van de diverse politieke partijen. Daarvoor hebben we landelijk de verkiezingsprogramma’s naast elkaar gelegd. En natuurlijk wil elke partij het fietsen in het kader van duurzaamheid stimuleren. Een vertaling naar een budget of concrete maatregelen blijft helaas vaak achterwege. Evenals een visie op duurzame mobiliteit die verder gaat dan de elektrische auto.

CDA houdt wetgeving landbouwverkeer tegen
Het verkiezingsprogramma van het CDA is op het gebied van fietsbeleid  wel heel summier. Maar een heel belangrijk verkeersveiligheidsonderwerp voor onze provincie laten onze Friese kandidaten ook nu weer liggen.
In onze provincie hebben fietsers veel te maken met landbouwverkeer. Door ongelukken met landbouwvoertuigen zijn jaarlijks gemiddeld zeventien zwaargewonde of dode fietsers te betreuren. Ook onder bromfietsers (achttien per jaar), automobilisten (vijftig) en de bestuurders van het landbouwvoertuig zelf (veertien) vallen slachtoffers. In het uitgebreide onderzoek naar de verkeersveiligheid van landbouwverkeer constateert de Onderzoeksraad voor Veiligheid van Pieter van Vollenhoven dat ‘ongevallen met een landbouwvoertuig drie keer zo vaak dodelijk zijn als ongevallen met een personenauto’. Er is duidelijk iets mis met de veiligheid. Of zoals de  Raad het formuleert: er is sprake van ‘structurele veiligheidstekorten’.
Met een prominent kamerlid als Sander de Rouwe op de tandem, die het thema verkeersveiligheid heeft geadopteerd, is het dan extra zuur dat uitgerekend het CDA wetgeving bedoeld om het landbouwverkeer verkeersveiliger te maken, tegenhoudt.

3 meter 50
De Raad onderzocht een groot aantal ernstige ongelukken, waarvan elf uitgebreid. Opvallend bij de ongelukken met fietsers is het gebrek aan zicht bij de bestuurders. Enorme dode hoeken. Fietsers worden over het hoofd gezien omdat er grijpers in beeld hangen. Eén trekker bleek geen zicht te hebben op de eerste tien meter voor hem. De breedte van de voertuigen ten opzichte van de weg speelt vaak een rol. Een van de beschreven ongelukken gaat over een tractor van 2 meter 95, die op een weggetje van 3 meter 15 reed. De bestuurder van de tractor met kiepkar had niet eens gemerkt dat hij een fietser overreed. Officieel mag een tractor maximaal 3 meter breed zijn, met ontheffing zelfs 3 meter 50. Dat is veel op een plattelandsweggetje. Bij 40 procent van de ongevallen was het landbouwvoertuig breder dan de helft van de weg;  bij 11 procent breder dan 80 procent van de weg.

Trekkercertificaat
De Raad constateert een enorm gebrek aan regelgeving en handhaving. Er worden nauwelijks voertuigeisen gesteld, er is geen periodieke keuring en ook een kentekenplaat ontbreekt. Zonder kentekenplaat is het lastig handhaven voor de politie. Officieel mogen tractoren nu maximaal 25 kilometer per uur. In de praktijk houdt maar 6 procent zich aan die snelheid (aldus een door de Raad geciteerde enquête uit 2006). Eén op de drie bestuurders rijdt zelfs sneller dan 40 kilometer per uur.
Er is geen fatsoenlijke rijopleiding. Zestien- en zeventienjarigen mogen met een weinig voorstellend ‘trekkercertificaat’ de weg op. De vorige minister heeft wel toegezegd dat er een trekkerrijbewijs komt, maar een uitzondering wordt gemaakt voor iedereen die op de datum van invoering achttien jaar is en een rijbewijs voor de auto heeft.
Opmerkelijk is verder dat Nederland in Europa uit de toon valt. Wij blijken het enige land te zijn waar trekker bestuurders geen rijbewijs hoeven te hebben. In de meeste Europese landen hebben trekkers gewoon kentekenplicht of een andere vorm van registratie. En in de meeste landen is de maximale breedte 2,55 meter of minder, in plaats van de  Nederlandse 3 meter of meer.
De conclusie van de Raad: behandel landbouwvoertuigen net als andere gemotoriseerde voertuigen en stel eisen. Wie het rapport leest, ziet onmiddellijk dat er echt wat moet gebeuren.
Maar gaat er ook iets beuren?  In november 2010 liet verkeersminister Schultz alvast weten ‘niet heel veel nieuwe zaken’ in het rapport te hebben gezien.

Politieke impasse
Er wordt al meer dan tien jaar over het landbouwverkeer gepraat. Maar mede dankzij een motie van “ons eigen” CDA-kamerlid Joop Atsma (inmiddels demissionair staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu), die de minister verbiedt met voorstellen voor een kentekenplicht te komen, is er nauwelijks voortgang.  Het laatste wapenfeit was een voorstel van een commissie onder leiding van oud-minister Karla Peijs (nu commissaris van de Koningin in Zeeland en voorzitter van Veilig Verkeer Nederland) voor invoering van een trekkerrijbewijs en een herkenningsplaat. In de commissie zaten ook landbouworganisatie LTO en CUMULA, de brancheorganisatie voor loonwerkers en grondverzetbedrijven.
Onder het mom ‘geen lastenverzwaring voor de boeren’ houdt het CDA dit dossier tot nu toe in een wurggreep. De Fietsersbond roept het CDA en andere betrokken partijen op om alsnog  met maatregelen te komen om het grote aantal ongevallen met trekkers in de toekomst te voorkomen. Anders kunnen  de  Friese CDA kandidaat – Kamerleden bij de volgende verkiezingscampagne beter samen “Lekker op de Trekker” door Fryslân toeren.

Kees Mourits

1 opmerking:

  1. En dan te bedenken dat die jonge bestuurders zich ook niet aan het rijtijdenbesluit hoeven te houden en dat er op belastingvrije rode diesel wordt gereden: over subsidies gesproken!

    BeantwoordenVerwijderen