In opdracht van de Fietsersbond heeft een onderzoek plaats gevonden naar de praktische uitwerking van een maximumsnelheid op fietspaden in Fryslân. Het onderzoek, uitgebracht in december 2016, is uitgevoerd door Jeffrey Peereboom in het kader van een afstudeerscriptie rechtenopleiding van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Waar gaat het over ?
Door de opkomst van de elektrische fiets worden fietspaden steeds voller en wordt het snelheidsverschil tussen de verschillende verkeeersdeelnemers op fietspaden ook steeds groter.
Dit leidt tot meer ongevallen op de fietspaden en roept de vraag op of een maximum snelheid op fietspaden in Fryslân bij kan dragen aan de verkeersveiligheid.
Het onderzoek heeft geleid tot een aantal bevindingen en conclusies.
Geconstateerd wordt dat er geen ordening, indeling bestaat voor hardfietsers en dat er ook geen sprake is van eenduidige regelgeving omtrent de snelheid op het fietspad.
Onderzocht is of het mogelijk is om bestaande regelgeving aan te passen. De praktijkproeven die gedaan zijn hebben te kort plaats gevonden om met overtuiging te kunnen zeggen dat het invoeren van een maximumsnelheid op het fietspad tot het gewenste resultaat van een meer veilige verkeerssituatie zal leiden. Het handhaven op basis van voertuigcategorieën ( e-bike, speed pedelec, fiets e.d.) is daarbij één van de knelpunten. Ook het niet verplicht voeren van een snelheidsmeter vormt een belemmering. Wel is gebleken dat het onderscheiden van fietspadgebruikres binnen de bebouwde kom voor fietsers een wenselijke situatie is. Op fietspaden ( binnen de bebouwde kom) waar de intensiteit, kwaliteit, de invulling van het fietspad en de snelheid op de rijbaan een rol spelen, zou het toepassen van differentiatie (naar type fietsgebruiker ) kunnen zorgen voor kleinere snelheidsverschillen. Praktisch betekent dit dat fietsgebruikers die harder rijden 30 km/u naar de naast liggende rijbaan verwezen worden. Dit zou in ieder geval indirect meer veiligheid opleveren. Buiten de bebouwde kom speelt de noodzaak tot het verwijzen naar de rijbaan veel minder omdat onder andere de verkeersintensiteit in vergelijking tot de bebouwde kom veel minder is en de hardfietser omwille van de eigen veiligheid er voor kiest gebruik te maken van het fietspad. De snelheid op de rijbaan buiten de bebouwde kom ligt hoger en de hardfietser mijdt liever dat risico.
De resultaten van onderzoek wijzen in de richting van de wenselijkheid regelgeving in te voeren en of aan te passen omtrent het verwijzen van fietspadgebruikers naar de rijbaan en dit al dan niet in combinatie met het invoeren van een maximumsnelheid. Zo ver is het nog niet en het probleem van het toenemende snelheidsverschil tussen de verkeersdeelnemers op fietspaden mowet wel opgelost worden en verdient vervolgonderzoek.
Onderzoek dat uiteindelijk moet resulteren in duidelijkheid voor wetgevers om te komen tot passende regelgeving waarin de verkeersdeelnemer zich veilig kan voelen op het fietspad.
Bron: NHL Hogeschool-Afstudeerscriptie Jeffrey Peereboom, december 2016.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten