Autoweg: "je bent geen dader en je maakt geen slachtoffers"

Vrijheid op de N31 bij Goutum?
De auto sterft uit, als statussymbool en als bezit. Kranten spraken half augustus zelfs van een bloedbad en schreven dat de autoverkoop in Nederland dit jaar lager uitkomt dan in 1969. Kun je dan zonder auto? Bevalt auto’s delen? Fietsen? Openbaar vervoer?
De LC onderzoekt de komende tijd hoe dat bevalt. Als eerste bij Fietsersbond lid Willem Bosma, al vanaf zijn geboorte autoloos.

Leven zonder auto’s is in een land met meer dan 7 miljoen van die voertuigen onmogelijk. Maar leven zonder een eigen auto blijft ook dan een weelde.
Dat ik zelf nooit een motorvoertuig heb gehad of ooit zal hebben, hoeft automobilisten helemaal geen zorgen te baren. Ik zit hen immers niet in de weg. Sterker nog, ik weet bijna zeker dat ik – zelfs na het halen van het rijbewijs – bepaald geen aanwinst voor het snelverkeer zou zijn.
Daar hebben we al meteen de ontzagwekkendste attractie van autoloosheid te pakken: persoonlijk
voordeel en voldoening vallen samen met maatschappelijke baten. Je bent geen dader en je maakt
geen slachtoffers.

Die vlieger gaat niet alleen voor de verkeersveiligheid op. Neem het lawaai. Ik fiets ook graag van A naar B omdat ik liever vogels hoor dan het gebrom van een motor. Als ik fiets, kunnen anderen de vogels ook beter horen. Bovendien zijn de vogels voor elkaar beter verstaanbaar.

Stank en de uitlaatgassen dan. De levensverwachting van omwonenden van drukke autowegen ligt
meetbaar onder het landelijk gemiddelde. Je kunt in die toestand berusten, maar het is veel aantrekkelijker om er privé consequenties aan te verbinden.

Ruimtebeslag van geparkeerde auto’s is ook zoiets. Ik woon in de oude stad, op fietsafstand van
kantoor. De hele grachtkant staat bumper aan bumper vol met voertuigen die niet rijden. Aan de trottoirkant staan anti-autopaaltjes of anders wel auto’s van luie fitnessklanten en de onvermijdelijke four wheel drive van een geslaagde reclamejongen.

Je mag er op mopperen, maar je kunt er micro ook iets aan doen. Om maar te zwijgen van het
energieverbruik. Motoren van benzine- en dieselauto’s worden ‘schoner’ en ‘zuiniger’. Maar de
voertuigen zelf worden gemiddeld zwaarder. Wegverbindingen worden beter met als gevolg dat mensen voor werk en vertier verder gaan reizen. Als het echt waar is dat olievoorraden een oorlogsmotief zijn en dat windparken het klimaat zouden moeten redden, wat is het dan lekker en sociaal om het tankstation straal voorbij te fietsen.

Nooit genoeg infrastructuur. Met de Haak, de Centrale As en de nieuwe N381 worden weer nieuwe zwarte asfaltlopers uitgerold voor een ochtend- en middagpiek in de drukte. In de spits blijven in vier
van de vijf auto’s drie van de vier stoelen leeg. Wee de politieke bestuurder, die niks slimmers te
binnen schiet dan die praktijk te faciliteren. Wees zwakke weggebruiker en zet ze in hun hemd.

Neem de onvrijheid. Dat automobilisten vrijer zijn – in de betekenis van meer ‘eigen baas’ – berust
goeddeels op een misverstand dat het gevolg is van autosuggestie. Ze bewegen zich in een keurslijf, het wegennet is dwingend en beperkt, de tankinhoud kent grenzen en ze zijn volstrekt geïsoleerd van de medemens. Op de fiets ben je aanspreekbaar. Je tilt hem zonodig fluitend over een sloot. Je bent als het ware je eigen motor, je eigen muziekzender en je eigen airco.

Kan dat, zonder auto leven? Ja, dat kan. Waarom zou je het doen? Gewoon, omdat het kan. Hoe, dat is iets voor een volgende keer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten